Voor deze wijn wordt een combinatie van druiven gebruikt van verschillende wijngaarden. De gezonde, goed doorlatende bodems hebben een verscheidenheid aan oorsprongen (alluviaal, colluviaal, riviervocht, enz.) en texturen (mergel, klei, zand en slib). Ondanks de relatief droge weersomstandigheden stroomt overvloedig water voor irrigatie van het eeuwige ijs van het Andesgebergte door de bodem. De gewenste tijd om de druiven te oogsten is 's nachts, als de druiven nog koel zijn. De druiven worden dan ontsteeld, heel voorzichtig geplet en onmiddellijk geperst. Een deel van de verkregen most wordt beschermd tegen oxidatie gedurende het gehele proces, terwijl andere worden gefermenteerd zonder bescherming om enige oxidatie mogelijk te maken voor een grotere aromatische complexiteit, romigheid en volume in de mond. Fermentatie vindt plaats met zeer schone most en een lage temperatuur om de typiciteit en de maximale aroma's van vers fruit te garanderen.